Op het Pinisola del Sinis
Op de negenentwintigste dag van de camperreis Sardinië bezoek ik de bekende opgravingensite van Tharros en het historisch museum van Cabras. Dan ga ik verder naar het noorden om een wandeling te maken door een van de droogmakerijen in Capo Mannu. Dat lukt niet helemaal. Onverrichter zaken rijd ik door naar San Leonardo de Siete Fuentes om daar te overnachten.
Gisteren
Graag wil ik, alvorens aan het dagverslag te beginnen, nog even iets vertellen over een ontmoeting gisterenavond. Na het avondeten zit ik nog wat in de avondkoelte naar muziek te luisteren als er een bestelbusje stopt die het langs de weg liggende terrein wil oprijden. Er stapt een uit de kluiten gewassen man uit en hij zegt me met woord en gebaar dat het prima is dat ik hier overnacht maar dat het plezierig zou zijn als ik een paar meter naar voren kan rijden zodat hij morgenvroeg met zijn landbouwvoertuig makkelijk het zandpad op kan rijden. Natuurlijk wil ik dat doen.
Hij blijft echter zonder te reageren luisteren naar de muziek en dan vraagt hij wat voor muziek dat is. Ik zeg hem dat het de Hongaarse Dansen zijn van Brahms. Hij luistert geboeid verder en hij vraagt mij na enige tijd of ik het voor hem wil opschrijven. Natuurlijk wil ik dat maar ik geef hem eerst een glas witte wijn. Als ik de titel en alles genoteerd heb en voor hem neerleg luisteren we nog samen zonder iets te zeggen naar 3 of 4 tracks. Zijn grote ronde hoofd deint zachtjes mee op de maat van de muziek. Dan zegt hij met een diepe zucht dat het prachtig is. Hij bedankt me voor de wijn en het papiertje en wenst me goede nacht en rijdt zijn terrein op.
Reacties